Vastgestelde gedragscode – zo doen wij het hier


Als Nederlandse Ski Vereniging willen we onze aangesloten wintersportorganisaties helpen om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Iedereen moet veilig en met plezier kunnen genieten van wintersport, en grensoverschrijdend gedrag hoort daar niet bij. De vier v’s vormen de basis voor een veilig sportklimaat bij iedere organisatie. Eerder bespraken we de eerste v, de vertrouwenscontactpersoon. Deze maand is de tweede v aan de beurt: de vastgestelde gedragscode.

De tweede v: vastgestelde gedragscode

Een positieve en veilige wintersportcultuur vraagt om duidelijke afspraken. Misschien denk je: al die regels, dat is bij ons niet nodig. Toch gaat een fijne cultuur niet vanzelf. Het betekent niet dat je een boek vol regels moet opstellen, maar wel dat je bespreekbaar maakt en met elkaar afspreekt hoe je met elkaar omgaat. Door dat gesprek te voeren met leden, leraren, trainer-coaches, ouders en bestuurders weet iedereen wat gewenst gedrag is. En als er iets misgaat, heb je een houvast om op terug te vallen. Zo’n code zorgt dus voor duidelijkheid en bewustwording.

Drie herkenbare situaties

Hoe werkt dat in de praktijk? Hieronder drie situaties waarin een gedragscode echt het verschil kan maken.

Situatie 1: Ouders aan de zijlijn
Tijdens indoortrainingen geven ouders voortdurend aanwijzingen aan hun kinderen en bemoeien zich met de les. De trainer voelt zich onder druk gezet.

Als de gedragscode samen met ouders, trainers en bestuur is opgesteld, is vooraf besproken wat gewenst gedrag is. Ouders weten dan dat ze mogen meekijken, maar dat het geven van aanwijzingen niet de bedoeling is. Doordat dit samen is afgesproken, kun je er later makkelijker op terugkomen als iemand toch over de grens gaat. Het gesprek wordt daardoor minder persoonlijk en meer een herinnering aan wat met elkaar is afgesproken.

Situatie 2: “Het was toch een grapje?”
Twee trainers maken tijdens een trainingskamp grappen over het lichaam van jonge skiërs. “Niet zo serieus doen, het is humor,” zeggen ze. Een deelnemer meldt zich daarna af omdat hij zich niet prettig voelt.

Een gedragscode helpt hier omdat trainers en begeleiders vooraf hebben besproken wat gepast is en wat niet. Ze weten dat opmerkingen over uiterlijk of lichaam kwetsend kunnen zijn, ook al zijn ze niet zo bedoeld. Door dit samen te bespreken, groeit het bewustzijn en wordt het makkelijker om elkaar erop aan te spreken als iemand een grens overgaat.

Situatie 3: Samen naar het buitenland
Een vrijwilliger nodigt jongeren via de groepsapp uit om ’s avonds mee op stap te gaan tijdens de wintersportreis. Ouders weten hier niets van.

Als begeleiders, bestuur en ouders samen een gedragscode hebben opgesteld, zijn ook dit soort situaties besproken. Iedereen weet dan dat contact tussen begeleiders en sporters buiten het programma om niet gewenst is. Omdat deze afspraken gezamenlijk zijn gemaakt, voelt het vanzelfsprekender om elkaar hierop aan te spreken en om als begeleider verantwoordelijkheid te nemen voor veilig gedrag.

Aanpak in vier stappen

1. Bepaal voor wie je gedragscodes opstelt

Duidelijke afspraken helpen om gedrag goed te kunnen beoordelen. Ze gaan niet alleen over omgangsvormen, maar ook over regels zoals anti-doping of het tuchtreglement seksuele intimidatie.

Bedenk voor welke groepen binnen jullie organisatie de gedragscode geldt: leraren, trainers, sporters, topsporters en bestuurders. Stel samen gedragsregels op over hoe je met elkaar omgaat.

2. Stel de gedragscode samen met je leden op

Het opstellen van een gedragscode doe je samen. Het Centrum Veilige Sport heeft voorbeelden voor:

  • Functionarissen (bestuurders, medewerkers)
  • Trainers, coaches en begeleiders
  • Officials
  • Sporters en topsporters

Ook de NSkiV heeft een gedragscode voor vrijwilligers die je als voorbeeld kunt gebruiken.

3. Maak de gedragscode zichtbaar en bespreekbaar

Als de gedragscode er ligt, zorg dan dat iedereen hem kent:

  • Bespreek hem jaarlijks, bijvoorbeeld bij de start van het seizoen of een kick-off.
  • Deel hem met nieuwe leden, leraren, trainers en vrijwilligers.
  • Zet hem op een goed vindbare plek op jullie website.

4. Houd de gedragscode up-to-date

Controleer elk seizoen of de code nog klopt met jullie afspraken. Bespreek het onderwerp minimaal twee keer per jaar in het bestuur.

Een gezamenlijk moment, bijvoorbeeld bij de seizoensstart, is een goed moment om de gedragscode weer onder de aandacht te brengen. De code laat ook zien waar jullie als organisatie voor staan en wat jullie belangrijk vinden.

Tip: Betrek leden, leraren en trainer-coaches bij het opstellen van de gedragscode. Zo wordt het echt iets van de hele organisatie.

Alle vier v’s bekijken?

Het volledige stappenplan en informatie over alle vier v’s vind je op deze pagina.



Op de hoogte blijven van de Nederlandse Ski Vereniging? Meld je aan voor de nieuwsbrief!

Official partners
Partners
Championship venues