Als Nederlandse Ski Vereniging willen we onze aangesloten wintersportorganisaties ondersteunen bij het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag in al zijn vormen. De NSkiV vindt het belangrijk dat iedereen veilig en met plezier kan genieten van de wintersport, en grensoverschrijdend gedrag hoort daar niet in thuis.
Iedereen moet onbezorgd kunnen genieten van wintersport. Dit gebeurt binnen wintersportorganisaties met een open en positieve sfeer, bekwame leraren, trainers en betrokken leden.
Als je de 4 v’s goed op orde hebt, draagt dat bij aan een prettige en veilige sfeer binnen je wintersportorganisatie. Je weet wat je van elkaar kunt verwachten en kunt elkaar aanspreken op grensoverschrijdend gedrag wanneer nodig. Zo help je problemen te voorkomen. Mocht er toch iets misgaan, dan heb je de juiste middelen om snel en effectief te handelen.
In het onderstaande stappenplan leggen we uit hoe je met deze maatregelen in jouw wintersportorganisatie aan de slag kunt gaan.
Grensoverschrijdend gedrag (GOG) omvat al het gedrag dat we niet willen binnen de organisatie. Dit betreft het schenden van de normen en waarden die gelden binnen de sport en samenleving, zoals vastgelegd in wet- en regelgeving, statuten, reglementen en gedragscodes. Denk hierbij aan seksuele intimidatie, misbruik, discriminatie, pesten, machtsmisbruik, fysieke en verbale agressie, dopingovertredingen, wedstrijdmanipulatie, matchfixing en fraude. Een uitgebreide uitleg van deze termen vind je hier.
Om ongewenst gedrag te voorkomen, is het belangrijk om als wintersportorganisatie vast te leggen wat gewenst gedrag is: hoe willen we binnen de organisatie met elkaar omgaan? Wat verwachten we van elkaar om samen een positieve, eerlijke en open sportcultuur te creëren? Stel deze gedragsregels op in samenspraak met je leden en zorg dat ze binnen de organisatie gaan leven.
Er zijn veel situaties waarin je moet afwegen of je gedrag passend is. Het maken van vooraf duidelijke afspraken helpt hierbij. Dit geldt niet alleen voor hoe je binnen de organisatie met elkaar omgaat, maar ook voor naleving van internationale anti-dopingregels of het tuchtreglement met betrekking tot seksuele intimidatie. Zo weet je wat er van je verwacht wordt en wat te doen als er iets misgaat, of als je een overtreding signaleert.
Identificeer de verschillende doelgroepen binnen jullie wintersportorganisatie, zoals leraren, trainer-coaches, sporters, topsporters en bestuurders, en stel samen gedragsregels op voor hoe iedereen met elkaar omgaat.
Het opstellen van de gedragscodes doe je samen met de verschillende doelgroepen die bij jou in de organisatie actief zijn. Om je op weg te helpen, heeft Centrum Veilige Sport gedragscodes opgesteld voor verschillende doelgroepen:
Deze tekst kun je gebruiken als basis voor het opstellen van een gedragscode binnen jouw organisatie. Vind alle gedragscodes van NOC*NSF hier.
Ook de NSkiV heeft een gedragscode voor vrijwilligers opgesteld, die je kunt gebruiken ter inspiratie.
Nadat de gedragscodes zijn opgesteld, is het belangrijk dat deze binnen de wintersportorganisatie goed gecommuniceerd worden. Dit kun je als volgt doen:
Elk seizoen, nadat de gedragscodes zijn opgesteld, is het belangrijk om te controleren of ze nog actueel zijn en passen bij de afspraken die binnen de organisatie zijn gemaakt. Bespreek het onderwerp ‘gedragscodes’ of een breder veilig sportklimaat minimaal twee keer per jaar tijdens bestuursvergaderingen.
Een centrale bijeenkomst, bijvoorbeeld aan het begin van het seizoen met alle leraren, trainers, trainingsgroepen en ouders, is ook een goed moment om de gedragscodes onder de aandacht te brengen. Naast de regels vertellen ze namelijk ook iets over waar jullie als wintersportorganisatie voor staan en wat jullie samen willen uitdragen.
Tip 1: Betrek de doelgroep bij het opstellen van de gedragscodes
Zorg dat leden, vrijwilligers en trainers betrokken worden bij het opstellen van de gedragscodes. Samen zijn jullie verantwoordelijk voor het naleven ervan, dus stel ze ook samen op.
Tip 2: Geef de gedragscodes een vaste plek in het seizoen
Besteed elk seizoen een kort moment aan de gedragscodes, bijvoorbeeld tijdens een leraren- of trainersbijeenkomst of een bijeenkomst van de trainingsgroep. Benoem kort de belangrijkste punten, maar leg vooral uit waarom de regels voor jullie organisatie belangrijk zijn.
Tip 3: Nieuwe leden en de gedragscode
Zorg dat nieuwe leden en vrijwilligers meteen bekend worden met de gedragscodes, bijvoorbeeld via een aanmeldformulier of een welkomstgesprek.
Meer informatie vind je hier.
Je doet er als wintersportorganisatie alles aan om jouw leden een prettige, veilige sportomgeving te bieden. Maar hoe hard je je hiervoor ook inspant, er bestaat altijd een kans dat iemand op of rond de piste of in de sportomgeving een grens overschrijdt. Wie zich het slachtoffer voelt van ongewenst gedrag, getuige is van, of zich zorgen maakt over een veilige sportomgeving, moet daarover eenvoudig en vertrouwelijk contact kunnen opnemen.
Het is goed om hiervoor als wintersportorganisatie een vertrouwenscontactpersoon (VCP) aan te stellen. Een VCP fungeert als laagdrempelig aanspreekpunt binnen de organisatie, voor iedereen die opmerkingen, vragen, zorgen of signalen heeft over een veilige sportomgeving of (mogelijk) grensoverschrijdend gedrag heeft ervaren. Een VCP is makkelijk vindbaar en aanspreekbaar voor sporters, hun ouders, coaches, trainers, vrijwilligers, bestuursleden, kaderleden en toeschouwers. De functie van VCP kan niet worden gecombineerd met een andere kaderfunctie binnen de organisatie, zoals bestuurder of trainer-coach, of met een positie buiten de organisatie met invloed of belang, zoals een sponsor.
Het vinden van (goede) vrijwilligers is een uitdaging voor veel organisaties, en dit geldt ook voor het vinden van een VCP.
Een VCP werkt, samen met het bestuur, aan preventie door een positieve en veilige sportcultuur te creëren. Mocht er toch iets misgaan, dan is de VCP het luisterend oor voor degene die grensoverschrijdend gedrag heeft ervaren. De VCP hoeft de zaak niet zelf op te lossen of sancties op te leggen, maar helpt degene die contact opneemt met de juiste vervolgstappen, indien mogelijk in samenspraak met het bestuur van de organisatie.
In alle gevallen garandeert de VCP dat meldingen van grensoverschrijdend gedrag vertrouwelijk worden behandeld. De VCP gaat discreet om met informatie. De VCP van een organisatie kan altijd terecht bij de NSkiV voor advies. Wij hebben als bond een contactpersoon Meldpunt Veilige & Eerlijke Sport NSkiV in dienst, onder meer om advies te geven aan organisaties.
Functieprofiel
Wil je als wintersportorganisatie een VCP aanstellen, of heb je als vrijwilliger interesse om deze rol binnen een organisatie te vervullen? Bekijk dan het functieprofiel van een VCP voor meer informatie.
De rol van VCP vraagt om gespreksvaardigheden, een integere houding en kennis van de sportnetwerken. Centrum Veilige Sport Nederland en NOC*NSF helpen de VCP bij het ontwikkelen van deze vaardigheden en kennis. Zij organiseren door heel Nederland de opleiding tot VCP sport. Bekijk hier alle beschikbare momenten.
De opleiding duurt één dag of twee dagdelen en kan ook deels online gevolgd worden. Voorafgaand aan de opleiding maak je een e-learningmodule. Na afloop van de opleiding ontvang je een certificaat.
Tijdens de opleiding wordt er aandacht besteed aan de rol van de VCP bij grensoverschrijdend gedrag. Hoe vang je iemand op die iets komt melden of vragen? Waar kan een beschuldigde terecht? Hoe kan het bestuur ondersteund worden wanneer er een melding is? Ook het ontwikkelen van preventiebeleid komt uitgebreid aan bod. Je oefent gespreksvaardigheden en bespreekt verschillende casussen met de trainer.
Als jullie wintersportorganisatie een VCP heeft aangesteld, is het belangrijk dat de VCP zichtbaar is binnen de organisatie. Leden en betrokkenen moeten de VCP kunnen vinden, bijvoorbeeld via de website van de organisatie. Zorg er dus voor dat hier voldoende aandacht aan wordt besteed na de aanstelling.
Tip 1: Stel bij voorkeur een man én een vrouw aan als VCP voor een diverse benadering binnen de organisatie.
Tip 2: De opleiding tot VCP wordt aangeboden door NOC*NSF. Bekijk hier de mogelijkheden.
Tip 3: Betrek de VCP bij het beleid rondom sociale veiligheid binnen de organisatie.
Tip 4: Zorg dat leden weten waar ze meldingen kunnen doen, bijvoorbeeld bij de NSkiV of het Centrum Veilige Sport.
Tip 5: Neem bij vragen of twijfels contact op met de NSkiV via [email protected].
Meer informatie vind je hier.
Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is een document van het ministerie van Justitie en Veiligheid waaruit blijkt dat het gedrag uit het verleden van een persoon geen bezwaar oplevert voor het gevraagde doel, bijvoorbeeld het werken met minderjarigen bij een wintersportorganisatie. Een VOG staat ook wel bekend als een ‘bewijs van goed gedrag’.
Vrijwilligers verplichten om een VOG te tonen is één van de maatregelen die je als bestuur kunt/moet nemen om de kans op grensoverschrijdend gedrag binnen de organisatie te verkleinen. Dit vermindert het risico dat personen die in het verleden in de fout zijn gegaan, een functie bij de wintersportorganisatie kunnen uitoefenen en daar opnieuw in de fout gaan.
Wist je dat je als wintersportvereniging gratis een VOG kunt aanvragen voor je vrijwilligers op basis van de Gratis VOG-regeling? Alle informatie hierover en over hoe je VOG’s kunt aanvragen vind je op: VOG aanvragen. Meld je als organisatie aan voor de gratis VOG. Ter verduidelijking: je kunt het genoemde “gedegen preventie- en integriteitsbeleid” aantonen als je een gedragscode hebt opgesteld en een VCP hebt aangesteld.
De NSkiV adviseert wintersportorganisaties om in elk geval voor alle functionarissen (bestuur- en commissieleden, trainers/coaches) een VOG aan te vragen. Daarbij hanteert de NSkiV de volgende aanvraagcodes als standaard. Kies daarbij eerst het juiste risicogebied en vink vervolgens de gewenste codes aan.
Een overzicht van de risicogebieden en codes vind je hier.
Het biedt geen keiharde garantie dat je grensoverschrijdend gedrag buiten de deur houdt, maar door een VOG verplicht te stellen, verklein je wel de kans dat het misgaat. Bovendien laat je zien dat je de sociale veiligheid van je leden, vrijwilligers en klanten serieus neemt. Het is verstandig deze vraag ten minste elke drie jaar te herhalen.
Let op: De toelating van je wintersportvereniging tot de Gratis VOG-regeling verloopt na 5 jaar. Daarna moet je deze opnieuw aanvragen.
Wat DigiD is voor de gewone burger, is e-Herkenning voor organisaties (en dus ook wintersportverenigingen en -organisaties). Voor het aanvragen van VOG’s heb je e-Herkenning nodig. Je kunt e-Herkenning hier aanvragen bij één van de door de Rijksoverheid erkende leveranciers. De kosten bedragen tussen de €20 en €40 per jaar, waarbij het voordelig kan zijn om een abonnement voor meerdere jaren af te sluiten (de kosten per jaar zijn dan lager en je hebt het toch ieder jaar nodig). Goed om te weten: als wintersportvereniging heb je e-Herkenning 2+ nodig.
Daarnaast is het nuttig om te weten dat je e-Herkenning ook nodig hebt als je bijvoorbeeld subsidies of vergunningen wilt aanvragen bij de gemeente of contact zoekt met de Belastingdienst. Mogelijk heeft je organisatie e-Herkenning al. Meer informatie over e-Herkenning vind je hier.
Zet de VOG klaar voor de (beoogde) vrijwilligers, leraren, trainers en coaches. Via deze link zet je de aanvraag in gang. Let op: vink in stap 2.4 van de aanvraag het juiste screeningsprofiel aan; in stap 1 vind je welke codes je moet invullen.
Als je veel VOG’s tegelijk wilt aanvragen en checken, kan dit even tijd kosten. Tip: vaak willen mensen incidenteel bijspringen; vraag of iemand binnen je wintersportvereniging de VOG’s kan klaarzetten en deze namens de vereniging inzien. Belangrijk hierbij is dat de tekenbevoegde namens de vereniging diegene machtigt. Wie tekenbevoegd is, staat geregistreerd in het Handelsregister van de KVK, maar vaak weet de secretaris van de organisatie wie dit is.
Degene die gescreend moet worden, ontvangt een link om de rest van de gegevens in te vullen, logt in met DigiD en geeft akkoord.
Let op: de vrijwilliger, leraar, trainer of coach kan kiezen om de VOG per post of digitaal te ontvangen; zie hiervoor dit handige schema. Meer informatie over het digitaal aanvragen van een VOG vind je hier.
Degene die de VOG heeft aangevraagd toont deze aan de wintersportorganisatie. Degene die dit controleert, registreert in een overzicht dat de VOG is gezien. Noteer hierbij de datum waarop je de VOG hebt ingezien en de datum waarop de VOG verloopt (3 jaar na de datum die op de VOG vermeld staat), zodat je weet wanneer er weer een nieuwe VOG aangevraagd dient te worden.
Let op:
Vaak weet je aan het eind van het seizoen wel (1) wie de nieuwe bestuursleden, leraren, trainers en coaches zijn van wie je de VOG wilt inzien en (2) wie de bestuursleden, leraren, trainers en coaches zijn waarbij het langer dan 3 jaar geleden is dat de VOG is aangevraagd en door de wintersportvereniging of -organisatie is ingezien. Zorg dat iemand namens de organisatie voor beide groepen voor aanvang van het nieuwe seizoen hun VOG heeft ingezien, zodat je met een gerust hart aan de slag kunt.
Tip 1: Vertel je vrijwilligers, leraren, trainers en coaches waarom jullie dit belangrijk vinden.
Zie hier een voorbeeldtekst waarmee je dit aan de hen kunt toelichten.
Tip 2: Laat je begeleiden door een expert.
Er is een pool van experts beschikbaar die met jou als bestuurder en met de organisatie kunnen meekijken hoe jullie de VOG-regeling goed en duurzaam kunnen invoeren. De experts hebben 10 uur per organisatie beschikbaar om ondersteuning te verlenen. Wil je gebruikmaken van deze ondersteuning, bekijk deze pagina en neem dan contact op met [email protected].
Meer informatie vind je hier.
Leraren, trainers en coaches hebben een belangrijke rol bij het herkennen en voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Zij kunnen positief gedrag stimuleren en negatief gedrag bespreekbaar maken. Het is essentieel dat zij, met name degenen die werken met kwetsbare groepen, weten hoe zij invulling aan deze rol kunnen geven. Dit kan door middel van cursussen, opleidingen of e-learning waarin aandacht is voor pedagogiek en integriteit. Als wintersportorganisatie kun je ervoor zorgen dat je leraren, trainers en coaches over deze kennis beschikken door hen aan te moedigen een cursus of opleiding te volgen. Dit draagt niet alleen bij aan een sociaal veilige sportomgeving voor je leden, maar zorgt ook voor meer sportplezier en leukere lessen en trainingen.
In de NSkiV-opleidingen heeft het thema grensoverschrijdend gedrag een belangrijke plaats ingenomen. In de vernieuwde opleidingen wordt hier meer aandacht aan besteed, met de e-learning ‘Een beetje opvoeder’ en uitgebreide behandelingen van het onderwerp tijdens de lessen. Wil je dat jouw leraren, trainers en coaches een NSkiV-opleiding volgen? Stuur dan een e-mail naar [email protected], en we onderzoeken samen de mogelijkheden die passen bij jouw wintersportorganisatie. Voor meer informatie over de opleidingen kun je hier terecht.
Wanneer iemand overtuigd is van het belang, zal hij of zij sneller tot actie overgaan. Benadruk waarom het voor jullie wintersportorganisatie belangrijk is dat leraren, trainers en coaches zich ontwikkelen op het gebied van pedagogiek en integriteit. En dat het leuk is!
De online scholing ‘Een beetje opvoeder’ is ontwikkeld door NOC*NSF voor trainers die lesgeven aan kinderen. Maar deze e-learning is ook zeker interessant voor degenen die training geven aan volwassenen. Klik hier voor de e-learning: ‘Een beetje opvoeder’.
Deze scholing biedt een basisniveau van pedagogiek en integriteit dat essentieel is voor een trainer om een sociaal veilige sportomgeving te waarborgen. De scholing wordt gratis aangeboden, en leraren, trainers en coaches kunnen deze volgen wanneer zij willen, in één keer of in meerdere etappes.
Nodig je leraren, trainers en coaches eens per seizoen uit om kennis en ervaringen met elkaar uit te wisselen.
Geef elk seizoen aandacht aan de ontwikkeling van je leraren, trainers en coaches op pedagogisch-didactisch vlak! Wijs hen op een opleiding of e-learning zoals ‘Een beetje opvoeder’ en nodig ze eens per jaar uit om samen ervaringen uit te wisselen.
Tip 1: Vertel je leraren, trainers en coaches waarom je dit belangrijk vindt en daag hen uit om zich te ontwikkelen.
Waarom vind je het belangrijk dat zij geschoold zijn op het gebied van pedagogiek en integriteit?
Tip 2: Nodig je leraren, trainers en coaches uit om hun kennis en ervaringen uit te wisselen.
Meer informatie vind je hier.