Skiën is een van de wintersporten die je heel eenvoudig in Nederland kunt doen. Er zijn tal van borstelbanen en indoor rolbanen in ons land en ook op de verschillende sneeuwbanen kun je trainen. Benieuwd hoe het zit met wedstrijdskiën in Nederland? Hieronder lees je er alles over.
Ten eerste is het natuurlijk belangrijk om te weten welke disciplines er allemaal zijn. Wil jij altijd zo snel mogelijk beneden zijn? Dan kun je kijken naar het alpineskiën. Ben jij juist iemand die elk heuveltje pakt en de gekste sprongen maakt? Dan is het freestyle skiën meer voor jou. Hieronder vertellen we je meer over de disciplines binnen de skisport.
Het alpineskiën kent verschillende wedstrijddisciplines, waarbij degene met de snelste tijd wint. Dit kan op de slalom, reuzenslalom, super G, afdaling en parallelwedstrijden. De slalom en de reuzenslalom staan te boek als technische disciplines, terwijl de super-G en de afdaling snelheidsdisciplines zijn. Elke discipline kent z’n eigen regels voor het parcours en het materiaal van de atleten.
De slalom staat bekend als de meest technische discipline. Deze discipline is zo technisch omdat de bochten heel kort zijn en snel op elkaar volgen. Slalomskiërs hebben materiaal dat extra bescherming geeft aangezien er veel contact is met de palen en de kans op vallen relatief groot is. De helm heeft een beugel, de skistokken hebben kappen over de handvaten en de skiërs dragen beenbeschermers. Sommige skiërs kiezen ervoor om ook nog beschermers op de onderarmen te dragen.
De bochten bij de reuzenslalom zijn al een stuk langer dan bij de slalom en ligt de snelheid van de skiërs hoger, al valt het nog steeds onder de technische disciplines. Daarnaast zijn de enkele paaltjes zijn vervangen door dubbele palen met een vlag ertussen. Hier zie je vaak dat de skiërs bescherming dragen op hun onderarmen.
Bij de super-G zijn de bochten nog langer dan bij de reuzenslalom en is de snelheid nog hoger dan bij de reuzenslalom. Omdat de bochten langer zijn, hebben de skiërs hier ook langere ski’s met een grotere radius. De snelheid kan oplopen tot wel 100 km/h en de skiërs maken verre sprongen. In tegenstelling tot slalom en reuzenslalom, kent de super-G maar één run. De discipline is ook relatief ‘jong’, want pas sinds 1986 worden er World Cups georganiseerd voor deze discipline.
Bij deze discipline behalen de skiers de hoogste snelheid en zijn hun sprongen het verst. Ook zitten er maar weinig bochten in het parcours. Afdaling en super-G lijken veel op elkaar, maar het verschil is eenvoudig te herkennen aan de poorten. Bij super-G zijn de poorten waar de skiërs omheen skiën afwisselend rood en blauw, bij de afdaling zijn alle poorten dezelfde kleur. Ook bij de afdaling skiën de atleten maar één run.
Bij freestyle skiën gaat het niet altijd om de snelste tijd, maar vooral om de meeste punten van de jury. Je wordt beoordeeld op de uitvoering van je tricks: hoe beter je techniek, hoe hoger de punten. Onder het freestyle skiën vallen verschillende onderdelen. Je hebt freeski, waar de halfpipe, slopestyle, big air en skicross onder vallen, en daarnaast heb je nog aerials en moguls. Hieronder leggen we alle disciplines kort voor je uit.
Kortgezegd ga je bij aerials een schans op om vervolgens verschillende salto’s, schroeven en andere rotaties te maken. Echter, het is niet zomaar een schans, maar eentje die vrijwel recht omhoog gaat. De skiër is volledig gestrekt, gaat de schans op en laat zijn tricks zien. Vervolgens probeert hij/zij zo netjes mogelijk te landen, waarna de jury de score bepaalt.
Moguls is weer een hele andere discipline binnen het freestyle skiën. Ook hier moeten de atleten verschillende tricks goed uitvoeren, maar ook tijd speelt een factor hier. De skiërs dalen af van een buckelpiste, waar ze zo snel mogelijk naar beneden proberen te skiën. Onderweg moeten ze over twee kleine schansen, waar ze net als bij de aerials hun beste tricks en een nette landing proberen te laten zien. Uiteindelijk wordt de tijd gecombineerd met de punten van de jury voor de techniek. Bij deze discipline kom je alleen in actie of ski je tegelijk met een andere atleet op dezelfde piste. In dat geval heet het dual moguls. De beste skiër van de twee gaat door naar de volgende ronde.
Halfpipe is een van de onderdelen die onder freeski vallen. Hierbij laten de freestyle skiërs ingewikkelde sprongen en combinaties zien in de halfpipe, waarna een jury ze beoordeeld. Degene met de hoogste score wint de wedstrijd.
Ook de slopestyle valt onder freeski. Hierbij dalen de skiërs een piste vol rails, boxen en kickers af en laten op alle obstakels hun beste tricks zien. Hiervoor krijgen ze punten van een jury en uiteindelijk wint ook hier degene met de meeste punten.
Naast halfpipe en slopestyle is ook rails een dicipline die valt onder freeski. Bij de dicipline rails laten atleten hun beste tricks zien op een piste vol met rails/boxen en ander over te glijden obstacels. Na een vastgestelde tijd geeft de jury punten voor de uitvoering en mag degene met de meeste punten zich winnaar van de wedstrijd noemen.
Eenvoudig gezegd moeten de skiërs op het onderdeel big air hun beste trick laten zien op één grote schans. Ze nemen een lange aanloop om genoeg vaart te maken en krijgen vervolgens één sprong per run de kans om te laten zien wat ze kunnen. Hierna geeft de jury punten voor de uitvoering en mag degene met de meeste punten zich winnaar van de wedstrijd noemen.
Het laatste onderdeel binnen freeski en het freestyle skiën is de skicross. Bij deze discipline nemen vier tot zes skiërs het tegen elkaar op op een parcours vol kickers, kombochten en andere obstakels. Hier wint degene die als eerste over de finish komt.
Wintersporten in Nederland kan op verschillende ondergronden. Je hebt keuze uit de borstelbaan, indoor rolbaan en de sneeuwbaan. Wat het verschil tussen deze drie is, leggen we je hieronder uit.
De borstelbaan is een van de mogelijkheden om het wedstrijdskiën in Nederland te trainen. Dit is een helling met speciale (plastic) matten, waar je vanaf kunt skiën en zo slalom en/of techniek kunt trainen. Daarnaast zijn er ook een paar borstelbanen waar freestyle skiën mogelijk is. Er liggen verschillende borstelbanen verspreid over Nederland en bij de ene borstelbaan worden de matten nat gemaakt om er vanaf te glijden, bij anderen is dat niet nodig.
Een andere ondergrond waar je op kunt trainen is de indoor rolbaan. Dit is een soort tapijt dat onder je door rolt, terwijl jij op dezelfde plek blijft glijden. Zo heb je eigenlijk een oneindige afdaling en kun je zoveel bochten maken als je zelf wilt. Er zijn dan ook verschillende teams die hier techniek trainen en dan bijvoorbeeld in een indoor sneeuwhal slalom trainen of je tricks oefenen.
In Nederland kun je terecht bij zeven indoor sneeuwbanen. Deze hallen met kunstsneeuw komen het dichts bij een wintersport in de bergen. Het is rond de -5℃ in de hal en er wordt gebruik gemaakt van kunstmatig gemaakte sneeuw. De meeste indoor sneeuwhallen hebben verschillende pistes voor beginners en ervaren wintersporters. Daarnaast is het mogelijk om in een aantal van deze hallen slalom te trainen voor je skiwedstrijden of freestyle skiën te oefenen. Veel slalom- en freestylewedstrijden in Nederland worden op een sneeuwbaan georganiseerd.
Als je wilt beginnen met wedstrijdskiën, is het belangrijk om een team te zoeken waar je wilt meetrainen. Je kunt kiezen voor een team dat op de borstelbaan traint, maar er zijn ook teams die in de sneeuwhallen trainen én er zijn teams die een combinatie van sneeuwbaan en borstelbaan/indoor rolbaan doen. We hebben alle wedstrijdteams in Nederland voor je in kaart gebracht, zodat je zelf kunt zoeken welk team dicht bij jou in de buurt is.
Als je een club hebt gevonden waar je mee kunt trainen met het wedstrijdteam, is de volgende stap het aanschaffen van het juiste materiaal. Dit kan nieuw in de winkel, maar zeker als je net begint kun je ook rondvragen voor tweedehands materiaal. Ten eerste heb je de juiste ski’s nodig. Voor wedstrijden in het alpineskiën heb je een paar slalomski’s nodig en, als je reuzenslalom wilt doen, ook een paar reuzenslalomski’s. Ga jij voor het freestyle skiën, dan moet je op zoek naar een paar geschikte ski’s voor jouw discipline. Voor de slopestyle, halfpipe en big air heb je een paar twintips nodig, voor moguls juist hele stijve ski’s en ook voor aerials moet je de juiste ski’s hebben. Skicross kan om te beginnen vaak op dezelfde ski’s als het alpineskiën. Heb je de juiste ski’s (en schoenen natuurlijk), dan is het noodzakelijk dat je een goede helm hebt, eventueel met beugel voor het slalomskiën, handschoenen en natuurlijk de juiste kleding. Tot slot kun je nog kijken voor extra protectie, zoals een rugbeschermer en de handkappen en scheenkappen voor het slalommen. Twijfel je over wat je allemaal moet aanschaffen en waar je het best heen kunt gaan, informeer dan bij je trainer.
Als wedstrijdskiër zijn er verschillende wedstrijden waar je aan mee kunt doen. Dat geldt zowel voor het alpineskiën, als voor het freestyle skiën. Er is een wedstrijdcircuit in Nederland en als je goed genoeg bent, kun je mee gaan doen aan de internationale wedstrijden. Hieronder vind je meer informatie over de belangrijkste nationale en internationale wedstrijden.
De nationale wedstrijden vormen samen het Nederlandse wedstrijdcircuit. Hieronder vallen de Nederlandse kampioenschappen, een aantal seriewedstrijden en in het geval van alpineskiën ook de puntenwedstrijden.
Elk jaar worden er voor verschillende disciplines in het alpineskiën en freestyle skiën Nederlandse kampioenschappen georganiseerd. De beste Nederlandse atleten nemen het in deze wedstrijden tegen elkaar op in de strijd om de nationale titels. Benieuwd welke NK’s er worden georganiseerd? We zetten ze hieronder voor je op een rijtje. Klik op de link voor meer informatie over het evenement.
Alpineskiën
Freestyle skiën
Gedurende het seizoen worden er een aantal seriewedstrijden georganiseerd voor de Nederlandse skiërs. Bij deze wedstrijden kun je punten halen en degene die aan het eind van het seizoen de meeste punten heeft gehaald, is de overall winnaar van dat seizoen. Meer informatie over de seriewedstrijden vind je via de links hieronder.
Alpineskiën
Freestyle skiën
Naast de seriewedstrijden worden er gedurende het seizoen ook een aantal puntenwedstrijden georganiseerd. Ook hierbij is er zowel een baan- als een sneeuwcircuit. Dit zijn slalomwedstrijden op de borstelbaan of in de sneeuw, waarbij prijzen uitgedeeld worden in elke leeftijdscategorie.
Als je heel veel traint en steeds beter wordt, kun je uiteindelijk meedoen met internationale wedstrijden. Een paar van de belangrijkste internationale wedstrijden lichten we hieronder voor je toe.
De eerste stap naar internationale wedstrijden zijn de FIS-wedstrijden. Hier kan iedereen met een FIS-licentie aan meedoen, zonder te voldoen aan de puntenlimieten.
Als je eenmaal goed genoeg bent en aan de puntenlimieten voldoet, kun je mee doen aan Continental Cup-wedstrijden. In Europa wordt dit de Europa Cup genoemd, zo heeft elk continent zijn eigen Continental Cup. Deze wedstrijden vinden dus allemaal plaats in Europa en het niveau ligt hier hoger dan bij de FIS-wedstrijden.
De volgende stap die je kunt zetten, is naar de World Cup wedstrijden. Gedurende het winterseizoen worden er verschillende World Cup wedstrijden georganiseerd over de hele wereld. Hier doet de absolute top van de wereld aan mee en aan het eind van het seizoen ontvangen de beste dame en heer per discipline een kleine kristallen beker en de beste dame en heer overall een grote kristallen beker.
Iedere twee jaar worden de wereldkampioenschappen georganiseerd waar de beste skiërs ter wereld voor geselecteerd worden. Zowel voor alpineskiën als voor freestyle skiën is dit een meerdaags evenement met wedstrijden in verschillende disciplines.
Elke vier jaar worden de Olympische Winterspelen georganiseerd: een groot toernooi met heel veel verschillende sporten. Ook skiën is hier onderdeel van, zowel alpine als freestyle. In alle disciplines van beide skisporten wordt gestreden om de Olympische titels. Om mee te mogen doen met de Olympische Winterspelen, moet je bepaalde resultaten behaald hebben en geselecteerd worden door de NOCNSF.
Als je eenmaal begonnen bent met wedstrijdskiën is het, net als bij alle sporten, een kwestie van heel veel trainen. Overleg met je trainer of coach wanneer het tijd is om je eerste wedstrijd te doen en kies samen een wedstrijd die geschikt is. Alle wedstrijden vind je op de kalender.