
Uiterlijk op 1 juli 2026 moeten de statuten van verenigingen en stichtingen voldoen aan de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). Bepalingen die niet in lijn zijn met de wet, zijn vanaf dat moment ongeldig. Dat kan risico’s geven voor de organisatie en voor bestuurders persoonlijk. Controleer de statuten dus op tijd.
De WBTR is op 1 juli 2021 ingegaan. De wet legt de taken, bevoegdheden en aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders vast en moet voorkomen dat organisaties in de problemen komen door wanbestuur, onduidelijke processen of belangenverstrengeling. Voor wintersportverenigingen en -stichtingen verandert er weinig in de dagelijkse praktijk, maar de statuten moeten wel kloppen.
Veel wettelijke regels gelden al sinds 2021. Voor één onderdeel geldt een overgangstermijn: een bestuurder mag niet meer stemmen hebben dan alle andere bestuurders samen. Staat dit nog in de statuten, dan moet dit vóór 1 juli 2026 worden aangepast.
1. Regels bij tegenstrijdig belang
Een bestuurder of toezichthouder met een persoonlijk belang dat botst met het belang van de organisatie mag niet meebeslissen over dat onderwerp. Als dat toch gebeurt, kan het besluit ongeldig zijn.
2. Afspraken voor situaties waarin het bestuur tijdelijk of volledig niet kan besturen
De statuten moeten bepalen wie besluiten mag nemen als het bestuur zijn taak niet kan uitvoeren. Veel organisaties hebben dit nog niet vastgelegd. Een veelgebruikte oplossing is een continuïteitscommissie, die tijdelijk de bestuursbevoegdheden overneemt. In de modelstatuten van de NSkiV staat hiervoor een duidelijke regeling.
3. Benoemen en ontslaan van bestuurders
De statuten moeten beschrijven hoe bestuurders worden benoemd, herbenoemd en ontslagen.
De WBTR voegt één regel toe: als er één kandidaat is voor een vacature en de voordracht wordt in stemming gebracht, dan wordt deze persoon benoemd, tenzij het bindende karakter van de voordracht vooraf is losgelaten.
4. Taken en bevoegdheden van toezichthouders
Dit is alleen van toepassing voor organisaties die toezichthouders of een raad van toezicht hebben.
5. Stemverhouding binnen het bestuur
Een bestuurder mag nooit meer stemmen hebben dan de overige bestuurders samen. Als de statuten dat nu wel toestaan, moet dit vóór 1 juli 2026 worden aangepast.
Bij faillissement zijn bestuurders hoofdelijk aansprakelijk als blijkt dat onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is. Een bestuurder kan dit voorkomen door aan te tonen dat hem geen verwijt treft en dat hij heeft gehandeld om schade te beperken. Dit onderstreept het belang van inzichtelijke en zorgvuldige besluitvorming.
Controleer of de statuten bepalingen bevatten die niet voldoen aan de WBTR. Als dat zo is, maak dan een planning om dit vóór 1 juli 2026 te wijzigen.
Begin op tijd: dit proces kost vaak meer tijd dan verwacht.
De NSkiV stelt modelstatuten en een model huishoudelijk reglement beschikbaar die al voldoen aan de WBTR. Ze bevatten ook bepalingen die verplicht zijn voor lidrechtspersonen binnen de NSkiV.
Modelstatuten NSkiV
De modelstatuten staan op de pagina Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR).
Model huishoudelijk reglement NSkiV
Ook te vinden op dezelfde pagina.
Controleer als bestuur of de bepalingen passen bij jullie organisatie en neem contact op met de NSkiV via [email protected] bij vragen.
Op de NSkiV-pagina over de WBTR vind je aanvullende informatiebronnen, zoals de NOC*NSF Clubbase, de Nederlandse Stichting van Vereniging en Recht en het WBTR-stappenplan. Daarmee kun je als bestuur goed nagaan wat er wettelijk vereist is en hoe je dit praktisch aanpakt.