Schansspringen

Het is sowieso goed om te weten dat niet alleen de afstand telt. Er komt nog veel meer kijken bij het schansspringen dan puur de verste afstand van iedereen noteren. Ook de techniek wordt beoordeeld. De jury let op aanloop, afzet, vlucht en landing. Ver springen en goede technische uitvoering door mooi en stabiel in de lucht te hangen; dat is de juiste combinatie onderweg weg naar succes.

Jury

De jury heeft trouwens niet alleen maar oog puur voor de sprong. Van groot belang is namelijk het K-punt, die verschilt tussen de grote schans en kleine schans. Het K-punt is een vooraf bepaalde afstand die goede springers onder normale omstandigheden en zonder risico moeten kunnen springen. Voor elke meter extra wordt 1,8 punt bijgeschreven, voor elke meter minder volgt 1,8 punt aftrek.

De vijf juryleden geven ook tussen de 0 en 20 punten voor de uitvoering van de sprong, waarbij de score wordt gebaseerd op de techniek die gedurende vijf tot zeven seconden wordt uitgevoerd. De hoogste en laagste score wordt weggestreept, waarna de gemiddelde score wordt opgeteld bij de sprongafstand. Eventueel worden er nog plus- of minpunten voor de wind doorberekend.

Het lastige is dat de wind van ongekende invloed is, maar ook een onzichtbare factor vormt. Wist je bijvoorbeeld dat schansspringers verder kunnen springen dankzij tegenwind? Omdat de schans van de berg afloopt, komt de wind dan als het ware van onderen.

Tegenwind die op weerstand stuit van de helling stuwt je omhoog, waardoor de deelnemer verder kan springen. Omgekeerd wil je geen wind mee, omdat je dan naar beneden wordt gedrukt. Een klein beetje wind mee of tegen kan bij een sprong zo een verschil van twintig meter opleveren. Precies hierom is vlak voor de afzet sprake van contact tussen coach en springer, om zo optimaal mogelijke wind te vangen.

V-vorm

Direct na aanloop in aerodynamische houding – waarbij snelheden tussen de 80 en 100 kilometer per uur worden behaald – en de afzet legt de deelnemer zijn of haar lichaam zo ver mogelijk voorover, het liefst evenwijdig aan de ski’s. De ski’s kunnen parallel worden gehouden of in V-vorm. Vroeger was de parallelvorm de standaard, maar eind jaren tachtig demonstreerde Jan Boklöv voor het eerst de V-vorm. Verschillende tests in de windtunnel wezen uit dat je op die manier 28 procent meer wind vangt. De jury nam dit voor kennisgeving aan, maar deelde er niet direct punten voor uit. Zo kon het gebeuren dat pas bij de Olympische Spelen van 1992 de V-vorm voor het eerst medailles opleverde. Overigens kan het in de laatste fase van de vlucht wijsheid zijn om de ski’s toch weer parallel te houden. Dit vanwege de vertragende werking van deze techniek en dus een grotere kans op een veilige landing.

De armen achterwaarts langs het lichaam plaatsen is al veel langer gemeengoed. Dit wordt niet zonder reden de Däscherstijl genoemd. Het was namelijk Andreas Däscher die dit al in de jaren vijftig voor het eerst deed. Met je armen achterwaarts langs het lichaam kun je de lucht beter geleiden en bovendien is het op die manier mogelijk om bij te sturen, door te spelen met de precieze plaatsing van je armen.

Behalve tijdens de afzet en vlucht speelt techniek ook een belangrijke rol bij de landing. Je kent vast de term Telemark-landing, waarbij de sprinter direct na de landing extra ver door één been buigt. Alsof hij/zij een aanzoek doet aan de jury. De Telemark-landing is moeilijker dan een gewone landing, waarmee de deelnemer aantoont dat sprake is van volledige controle. De Telemark is niet vernoemd naar een sporter, maar een provincie.

Telemark

Schansspringen bestaat al sinds het begin van de negentiende eeuw. Er werd toen over stapels hout en daken gesprongen. Dit vond plaats in… Telemark! De eerste gemeten sprong dateert van 1808, de eerste wedstrijd vond plaats in 1862 en in 1879 werd in Oslo de eerste serieuze schans gebouwd.
Hopelijk is nu duidelijk hoe en waarom de jury ook een belangrijke rol speelt bij het aanwijzen van de winnaar. Natuurlijk moet je ver springen, en op z’n minst landen rondom de landingszone die op televisie altijd duidelijk wordt aangegeven, maar de techniek is evenzeer belangrijk. Als jij slechte wind hebt, maar alsnog een prachtige afstand springt, kan het niet anders of de getoonde techniek moet van aanloop tot landing perfect zijn geweest en met een suboptimale afzet of vlucht kom je echt niet weg.

We weten nu welke techniek wordt toegepast, waar de jury op let en dat schansspringen al een heel oude sport is, maar hoe werken de wedstrijden? Net als bij veel andere sporten is sprake van een Wereldbeker-cyclus, plus in dit geval ook de Vierschansentoernooi en de Olympische Spelen.
Alles bij elkaar wordt er gesprongen op zo’n 25 verschillende locaties. De wedstrijden voor mannen en vrouwen zijn niet altijd tegelijk of op dezelfde locatie. Schansspringen is zelfs nog een beetje ouderwets; het eerste WK voor vrouwen dateert van 2009 en pas sinds Sochi 2014 – negentig jaar na de mannen! – is de sport olympisch voor vrouwen.

Vierschansentournee en Sylvester tournament

Hoe dan ook, een wedstrijd wordt voorafgegaan door de kwalificatie waarbij de toptien van de stand in de Wereldbeker automatisch is geplaatst voor de eerste, echte ronde. De overige deelnemers mogen één keer springen, waarna de beste veertig zich plaatsen voor de wedstrijd. Dit geeft een totaal van vijftig springers. Opnieuw springt iedereen één keer en de beste dertig kwalificeren zich voor de finale. In omgekeerde volgorde – dus met de beste als laatste – wordt een tweede keer gesprongen, waarbij behaalde punten worden opgeteld bij het resultaat van de eerste ronde. De springer met de meeste punten wint en verdient tijdens een WB-wedstrijd 100 punten, twintig meer dan de nummer twee.

De landenwedstrijd kent min of meer dezelfde opzet, maar in blokken, waarbij de sprongen van het laatste blok zo zijn ingedeeld dat de leider na drie blokken het vierde blok afsluit. Op die manier blijft het spannend tot het einde. Bij de Vierschansentoernooi tussen Kerst en Driekoningen wordt na de kwalificatie door de topvijftig gesprongen volgens een knockout-systeem om de finalisten aan te wijzen. Opvallend genoeg is het Vierschansentoernooi nog altijd een wedstrijd puur voor mannen, de vrouwen krijgen met het Silvester Tournament in het Sloveense Ljubno nu eindelijk hun eigen variant.

Zelf wintersporten in Nederland
Zelf wintersporten in Nederland
Je kunt thuis/online de eerste stappen zetten, om vervolgens in de sneeuw, op een rolbaan of borstelbaan te wintersporten. Ook kan je een opleiding tot leraar volgen of is het mogelijk om in Nederland wedstrijden te snowboarden.
Official partners
Partners
Championship venues