Langlaufen

Waar alpineskiërs van een steile helling zo snel mogelijk beneden moeten komen, vinden langlaufwedstrijden plaats op een vlakkere ondergrond. Om snelheid te maken, gebruikt een langlaufer spieren in heel het lichaam. Met de armspieren zet hij kracht op de skistokken en met de beenspieren probeert hij de ski’s zo goed mogelijk te laten glijden.

De sport is ontstaan in Scandinavië. Al 5000 jaar geleden gebruikten mensen stukken hout om zich sneller voort te bewegen door de sneeuw. De sport is dan ook mateloos populair in Noorwegen, Zweden en Finland. Voor Noren is langlaufen zelfs volkssport nummer één. Wat schaatsen voor Nederlanders is, is langlaufen voor Noren.

Klassieke stijl en vrije stijl

In het langlaufen zijn er wedstrijden in twee verschillende stijlen. De klassieke stijl is zoals de naam al aangeeft het oudst. Bij de klassieke wedstrijden wordt er gebruik gemaakt van de kenmerkende langlaufsporen of ook wel loipes. Atleten moeten hun ski’s namelijk parallel naast elkaar houden. Gebruik van de sporen is optioneel, atleten mogen ook naast de sporen skiën. Ook kunnen de skiërs van spoor wisselen, ze mogen daarbij echter geen atleten hinderen.

In de klassieke stijl zijn er drie technieken. Het dubbelstokken, diagonaalpas en de vissengraattechniek. Op een vlakke ondergrond zal een skiër de dubbelstoktechniek gebruiken. De voeten blijven naast elkaar en de twee skistokken worden tegelijkertijd in de sneeuw gestoken om zoveel mogelijk kracht te zetten. Zodra er geklommen moet worden, is de diagonale pas het meest geschikt. De diagonale pas lijkt het meest op lopen of rennen.

Zodra het linkerbeen vooruit wordt gezet gaat ook de rechterarm vooruit. De volgende pas is het omgekeerd. De vissengraattechniek wordt alleen ingezet op zware klimmen. De atleet doet daarbij zijn voeten iets naar buiten waardoor de ski’s de vorm van een ‘v’ of een vissengraat krijgen. In wedstrijden in de vrije stijl zijn er geen sporen op de baan. Met een schaatsachtige beweging glijdt de skiër vooruit. Op het vlakke worden de skistokken gelijktijdig in de sneeuw gestoken. Op de helling gaan de stokken om de beurt in de sneeuw. De vrije stijl gaat een stuk sneller dan de klassieke stijl. Door de hogere snelheden is de techniek minder een doorslaggevende factor. Als een skiër een verkeerde stijl gebruikt, krijgt hij een waarschuwing of een diskwalificatie. Atleten krijgen een waarschuwing als zij anderen hinderen of vals starten. Na twee gele kaarten volgt diskwalificatie.

Disciplines

Naast de verschillende stijlen zijn er ook nog verschillende disciplines die in beide stijlen gereden worden. De disciplines zijn onder te verdelen in de sprint en lange afstanden. De sprint is het meest spectaculaire onderdeel in het langlaufen. Op een parcours van iets meer dan een kilometer proberen zes atleten als eerste over de finish te komen. De wedstrijden worden gehouden in een knockout-systeem zodat de winnaar zich met succes door een kwart- en halve finale heeft geknokt. Per heat gaan twee atleten door naar de volgende ronde. Naast de sprint is er ook nog de teamsprint. Twee skiërs per land rijden om de beurt een ronde. Na zes rondjes, elke atleet skiet er drie, wint het team dat als eerste over de streep komt.

In de lange afstanden wordt er een onderscheid gemaakt tussen individuele starts, achtervolgingen en massastarts. Individuele wedstrijden zijn als het ware tijdritten, waarbij de skiërs om de beurt starten. De atleet die de snelste tijd neerzet, wint de wedstrijd.

Achtervolgingen vinden alleen plaats in meerdaagse wedstrijden. De startvolgorde wordt bepaald door de stand in het algemene klassement. De leider van de wedstrijd mag als eerste starten. De rest volgt op het aantal seconden dat zij achterstaat op de leider in het klassement. Tijdens WK’s of Olympische Spelen zijn er geen achtervolgingswedstrijden. Tijdens massastarts start het veld zoals de naam al zegt als een grote groep, of massa. Lange afstandswedstrijden kunnen in het seizoen variëren tussen de 5 en 50 kilometer (mannen) of 30 kilometer (vrouwen). Op het WK en Olympische Spelen zijn er bij de vrouwen wedstrijden over 10 (individueel), 15 en 30 (beiden massastart) kilometer. Bij de mannen zijn de wedstrijden 15, 30 en 50 kilometer lang. Daarnaast is er ook nog een estafette.

Een aparte wedstrijd is de skiathlon. In deze discipline worden de klassieke en vrije stijl samengevoegd. Op WK’s en Olympische Spelen zijn de wedstrijden 15 kilometer bij de vrouwen en 30 kilometer bij de mannen. De eerste helft van de wedstrijd wordt in de klassieke stijl uitgevoerd. Hierna wisselen de skiërs hun dunnere klassieke ski’s in voor bredere ski’s die geschikt zijn voor de vrije stijl.

Zelf wintersporten in Nederland
Zelf wintersporten in Nederland
Je kunt thuis/online de eerste stappen zetten, om vervolgens in de sneeuw, op een rolbaan of borstelbaan te wintersporten. Ook kan je een opleiding tot leraar volgen of is het mogelijk om in Nederland wedstrijden te snowboarden.
Official partners
Partners
Championship venues